ECLI:NL:CRVB:2017:4431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nabestaandenuitkering ANW en informatieplicht van de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) die haar nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) heeft geweigerd. De echtgenoot van appellante, die in Nederland heeft gewoond en gewerkt, is op 21 juli 2015 overleden. De Svb weigerde de uitkering omdat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was onder de ANW en ook niet onder de Marokkaanse wettelijke regelingen. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten, omdat de Svb niet in de proceskosten is veroordeeld. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de Svb haar echtgenoot ten onrechte niet heeft geïnformeerd over de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren na beëindiging van zijn verplichte verzekering. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen rechtsplicht op de Svb rust om iemand te informeren over deze mogelijkheid. Dit betekent dat appellante geen aanspraak kan maken op de nabestaandenuitkering. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken en heeft de Svb veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellante, in totaal € 1.980,-. De uitspraak van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en bevestigd voor het overige.