ECLI:NL:CRVB:2008:BC1676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- A.H. Polderman-Eelderink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering ingevolge de AOW en ANW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 januari 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 februari 2006. Appellant had verzocht om toelating tot de vrijwillige verzekering ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) had dit verzoek afgewezen, omdat appellant zijn aanvraag niet binnen één jaar na het einde van zijn verplichte verzekering had ingediend. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft het procesverloop besproken, waarbij appellant niet aanwezig was op de zitting, terwijl de Svb werd vertegenwoordigd door mr. H.S. van Zanten. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd, waarin werd gesteld dat de gewezen verzekerde zich vrijwillig kan verzekeren, mits dit binnen een jaar na het einde van de verplichte verzekering gebeurt. Appellant had aangevoerd dat hij niet tijdig kon aanmelden voor de vrijwillige verzekering omdat hij geen informatie had ontvangen over deze mogelijkheid. De Raad oordeelde echter dat de Svb niet verplicht was om appellant te attenderen op de mogelijkheid van vrijwillige verzekering.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet kon slagen. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak benadrukt de voorwaarden voor vrijwillige verzekering en de verantwoordelijkheden van de Svb in dit proces.