Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de intrekking van zijn WAO-uitkering en de oplegging van een boete door het Uwv aan de orde zijn. Appellant ontving sinds 1990 een WAO-uitkering, maar het Uwv ontdekte dat hij in een brief aan de gemeente had aangegeven een aanzienlijk inkomen te hebben. Dit leidde tot een onderzoek en uiteindelijk tot de intrekking van zijn uitkering en de oplegging van een boete. Appellant maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet tijdig zijn inkomsten had gemeld en dat de boete terecht was opgelegd, zij het dat deze werd verlaagd.
In hoger beroep heeft het Uwv zijn standpunt gewijzigd en de inkomsten van appellant verrekend met zijn uitkering over bepaalde periodes, maar de boete bleef ongewijzigd. Appellant stelde dat hij wel degelijk aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan en dat de boete onterecht was. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de schending van de inlichtingenplicht verwijtbaar was, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij de boete als evenredig werd beschouwd. Tevens werd bepaald dat het Uwv het griffierecht van appellant diende te vergoeden.