ECLI:NL:CRVB:2017:435
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.W. Akkerman
- J.S. van de Kolk
- F.M.S. Requisizione
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van toegenomen arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor geselecteerde functies in het kader van de WAO
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uwv werd afgewezen. Appellant had zich in 2012 toegenomen arbeidsongeschikt gemeld, terwijl hij eerder een WAO-uitkering ontving met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45-55%. Het Uwv had in 2014 besloten dat de uitkering ongewijzigd bleef, maar later werd dit percentage verhoogd naar 55-65% met terugwerkende kracht. Appellant was het niet eens met de beoordeling van zijn beperkingen en stelde dat hij niet in staat was de door het Uwv geselecteerde functies te vervullen.
De rechtbank oordeelde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de beperkingen van appellant correct waren vastgesteld en dat de geselecteerde functies binnen zijn belastbaarheid lagen. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat zijn beperkingen waren onderschat. Het Uwv pleitte voor bevestiging van de eerdere uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep onderschreef het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat alle door appellant aangevoerde klachten in de beoordeling waren betrokken. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om een onafhankelijke deskundige in te schakelen, aangezien de rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen voldoende onderbouwd waren. Het hoger beroep werd afgewezen en de eerdere uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.