ECLI:NL:CRVB:2017:421
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.N.A. Bootsma
- J.L. Meijer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van de uitgangspositie van een politieambtenaar binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, een politieambtenaar, tegen de beslissing van de korpschef van politie met betrekking tot zijn functie binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Appellant was werkzaam als interregionaal projectleider en was ontevreden over de vastgestelde uitgangspositie, die was vastgesteld op de functie van Projectleider C. Hij had bezwaar gemaakt tegen het overgangsbesluit van de korpschef, dat hem toekende aan de LFNP-functie van Bedrijfsvoeringspecialist C, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.
Appellant stelde in hoger beroep dat hij recht had op een andere functie, Operationeel Specialist D of C, en voerde aan dat zijn werkzaamheden in de praktijk dit rechtvaardigden. Hij beriep zich ook op het gelijkheidsbeginsel, maar de Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de uitgangspositie van appellant in rechte vaststond, omdat hij geen rechtsmiddelen had aangewend tegen eerdere beslissingen. De Raad benadrukte dat de formele functiebeschrijving leidend is bij de matching en dat appellant had moeten reageren op eerdere besluiten als hij het daar niet mee eens was.
De Raad concludeerde dat de keuze voor het domein Ondersteuning voldoende gemotiveerd was en dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagde, omdat de situatie van andere collega’s niet gelijk was aan die van appellant. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.