ECLI:NL:CRVB:2017:414
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.T. van den Corput
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van plichtsverzuim en onvoorwaardelijk ontslag van een ambtenaar in het licht van persoonlijke omstandigheden en disciplinaire maatregelen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. De appellante, werkzaam als ambtenaar, was onvoorwaardelijk ontslagen wegens plichtsverzuim. De Raad heeft vastgesteld dat er geen meningsverschil bestond over de feiten, maar dat de uitleg van het plichtsverzuim door het college voor meer dan één uitleg vatbaar was. De Raad oordeelde dat het niet melden van een nieuw loonbeslag en het afleggen van onjuiste verklaringen als plichtsverzuim konden worden aangemerkt, maar dat andere gedragingen, zoals het niet melden van een verdenking van een hennepkwekerij, niet als plichtsverzuim konden worden gekwalificeerd.
De Raad heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van appellante, waaronder psychische druk en de invloed van haar ex-partner, die bijdroeg aan haar financiële problemen. De Raad concludeerde dat de straf van onvoorwaardelijk ontslag onevenredig was in verhouding tot de ernst van het resterende plichtsverzuim. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het college opgedragen een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van appellante, waarbij de Raad heeft aangegeven dat een lichtere disciplinaire maatregel, zoals voorwaardelijk ontslag, niet onevenredig zou zijn.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de omstandigheden van de ambtenaar bij disciplinaire maatregelen en de noodzaak om rekening te houden met persoonlijke en psychologische factoren die van invloed kunnen zijn op het gedrag van de ambtenaar.