Uitspraak
16.6172 PW
OVERWEGINGEN
.In hoger beroep heeft appellant zich op de hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
Centrale Raad van Beroep
Op 21 november 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft appellant, die sinds 4 maart 2013 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan appellant, waarbij onder andere bankafschriften zijn opgevraagd. Uit deze afschriften bleek dat appellant in de periode van 10 mei 2014 tot en met 30 maart 2015 meerdere bijschrijvingen had ontvangen van familieleden, die hij niet had gemeld bij het college. Het college heeft daarop besloten de bijstand van appellant te herzien en de ten onrechte verleende bijstand terug te vorderen, wat appellant aanvecht.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant de bijschrijvingen op zijn bankrekening niet heeft gemeld, wat in strijd is met de wettelijke inlichtingenverplichting. De Raad oordeelt dat de bijschrijvingen als inkomen moeten worden aangemerkt, ongeacht de stelling van appellant dat deze bedragen bestemd waren voor zijn kinderen of dat het om leningen ging. De Raad bevestigt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, en dat de herziening van de bijstand terecht is gebeurd. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.