ECLI:NL:CRVB:2017:4128
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- M. Hillen
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vestiging van een krediethypotheek op basis van de Participatiewet en de redelijke beleidsbepaling door het college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellante had bijstand aangevraagd op basis van de Participatiewet (PW) en was eerder bijstand verleend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had aan de bijstandverlening de verplichting verbonden om een krediethypotheek te vestigen. De Raad heeft vastgesteld dat het college op grond van zijn beleid de eerder gevestigde krediethypotheek blijft toepassen indien binnen twee jaar na beëindiging van de bijstand opnieuw bijstand wordt verleend. Appellante betwistte dat het college geen nieuwe krediethypotheek had moeten vestigen, met verwijzing naar een lagere WOZ-waarde. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om beleid vast te stellen en dat de appellante niet had aangetoond dat het college buiten de grenzen van een redelijke beleidsbepaling was getreden. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellante ongegrond was verklaard.