ECLI:NL:CRVB:2017:4091
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en maatmanomvang
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellant, die als chauffeur en gemeenteraadslid heeft gewerkt, heeft zich ziek gemeld wegens benauwdheidsklachten en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar appellant is het niet eens met de vastgestelde maatmanomvang van minder dan 20 uur per week. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige zorgvuldig onderzoek hebben verricht en dat de maatmanomvang op goede gronden is vastgesteld op basis van de gegevens die de werkgever aan de belastingdienst heeft verstrekt. In hoger beroep herhaalt appellant zijn standpunt, maar de Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd.