ECLI:NL:CRVB:2017:3883
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning militair invaliditeitspensioen en de beoordeling van nieuwe feiten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 18 juni 2015 een eerder besluit van de Minister van Defensie had bevestigd. Appellant, die van oktober 1988 tot en met december 1989 in militaire dienst was, had in 2010 een verzoek ingediend voor een militair invaliditeitspensioen, dat was afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld of hij tijdens zijn dienst een ongeval had gehad. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Tijdens de zitting op 23 februari 2017 is appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door H.A.L. Knoben. Na een schorsing van het onderzoek heeft de minister op 15 maart 2017 een nieuw besluit genomen, waarin hij alsnog een dienstverband aanvaardde voor een aandoening aan de rechterpols, maar de ingangsdatum van het pensioen vaststelde op 12 december 2013. Appellant was het niet eens met deze ingangsdatum en stelde dat zijn eerste verzoek in 2010 in aanmerking genomen had moeten worden.
De Raad heeft geoordeeld dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd en heeft het vernietigd. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die de minister hadden moeten doen besluiten om de ingangsdatum van het pensioen te vervroegen. De Raad heeft het beroep tegen het nadere besluit ongegrond verklaard, maar heeft de minister wel veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 2.475,- bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 november 2017.