Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het besluit van 18 juli 2014, voor zover dat betrekking heeft op
- vernietigt de besluiten van 12 april 2016 en van 7 juni 2016.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een verzoek van een burgerambtenaar bij het Ministerie van Defensie om een verhoogde tegemoetkoming in de reiskosten voor het dagelijks reizen naar een niet per openbaar vervoer bereikbare kazerne. Het verzoek werd afgewezen op basis van een eerder besluit uit 2008, waarin een reguliere tegemoetkoming was toegekend. De Raad oordeelde dat het verzoek om een verhoogde tegemoetkoming moet worden gezien als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren aangevoerd die een andere beslissing rechtvaardigden. De Raad bevestigde dat de afwijzing van het verzoek om een verhoogde tegemoetkoming terecht was, omdat de kazerne formeel niet als niet per openbaar vervoer bereikbaar was aangemerkt. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die had geoordeeld dat het verzoek om een verhoogde tegemoetkoming een nieuwe aanvraag betrof. De Raad concludeerde dat de eerdere beslissing om een reguliere tegemoetkoming toe te kennen ook een impliciete weigering van de verhoogde tegemoetkoming inhield. De Raad verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond en vernietigde enkele nadere besluiten die voortvloeiden uit de eerdere uitspraak van de rechtbank.