ECLI:NL:CRVB:2017:381
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake beschikbaarheidsverplichting en dwangsom bij ambtenaar ouder dan 55 jaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had het beroep van de betrokkene, een ambtenaar ouder dan 55 jaar, gegrond verklaard en het bestreden besluit van de Staatssecretaris vernietigd. De Staatssecretaris had een beschikbaarheidsverplichting opgelegd aan de betrokkene, maar de rechtbank oordeelde dat deze verplichting in strijd was met artikel 21, vijfde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR), dat bepaalt dat ambtenaren van 55 jaar en ouder niet verplicht kunnen worden om diensten te verrichten tussen 22.00 uur en 06.00 uur. De rechtbank stelde ook dat de betrokkene recht had op een dwangsom van € 20,- wegens het niet tijdig nemen van het besluit door de Staatssecretaris.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van de Staatssecretaris gegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de bereik- en beschikbaarheidsdiensten niet onder de werktijdenregeling vallen zoals bedoeld in het ARAR. De Raad stelde vast dat de verplichting tot beschikbaarheid niet in strijd was met de leeftijd van de betrokkene, omdat deze niet als een dienst in de zin van het ARAR kan worden aangemerkt. De Raad bevestigde de hoogte van de dwangsom van € 20,- voor het niet tijdig geven van een beschikking, maar vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, behoudens het punt van de dwangsom en de teruggave van het griffierecht. De Raad verklaarde het beroep tegen het besluit van 25 september 2014 ongegrond.