Uitspraak
OVERWEGINGEN
11 maart 2014 waren neergelegd. Een arbeidsdeskundige bezwaar beroep heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant met ingang van de beoordelingsdatum ongewijzigd vastgesteld op 31,31%. Daarop heeft het Uwv het bezwaar van appellant bij besluit van 25 juli 2014 (bestreden besluit) ongegrond verklaard.
equality of armsgeschonden. Dit klemt temeer omdat appellant de rechtbank te kennen heeft gegeven dat een sportarts in principe ongeschikt is om zijn beperkingen vast te stellen en dat de deskundige niet de ‘cardiac output’ heeft gemeten. Daardoor kon de door het
CVS-centrum gestelde diagnose gemakkelijk gemist worden en zijn onvoldoende beperkingen aangenomen voor het persoonlijk functioneren. Voorts zijn onvoldoende beperkingen in aanmerking genomen in verband met dunnevezelneuropathie en is ten onrechte geen urenbeperking gesteld.
18 februari 2017 bevestigd dat een tweetal van de bij de schatting betrokken (deel)functies uit het oogpunt van het opleidingsniveau niet passend zijn. Een nieuwe schatting heeft vervolgens uitgewezen dat de mate van arbeidsongeschiktheid met ingang van de beoordelingsdatum, 2 mei 2014, moet worden vastgesteld op 38,14%. Daarop heeft het Uwv bij besluit van 9 maart 2017 het bezwaar van appellant tegen het besluit van 3 april 2014 alsnog gegrond verklaard en appellant met ingang 2 mei 2014 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering.
equality of armsslaagt niet. Daartoe wordt het volgende overwogen.
8 oktober 2015, ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212, het volgende overwogen:
equality of arms. Daartoe is allereerst van belang dat met de benoeming door de rechtbank van de onafhankelijke deskundige Van der Ende-Kastelijn de procesbelangen van appellant, juist vanwege haar hoedanigheid van onafhankelijk en onpartijdig deskundige, gediend waren. Voorts bieden de gedingstukken geen enkele aanleiding voor het oordeel dat de rechtbank appellant onvoldoende ruimte heeft gegeven om het standpunt van het Uwv te bestrijden. Appellant heeft die mogelijkheid ook benut door het inbrengen van stukken van het CVS ME Medisch Centrum, die er voor de rechtbank mede aanleiding toe zijn geweest tot de benoeming van een onafhankelijke en onpartijdige deskundige te besluiten.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- vernietigt het besluit van 25 juli 2014;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 9 maart 2017 ongegrond;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 3.217,50.