Uitspraak
OVERWEGINGEN
WW-uitkering is herzien met ingang van 12 september 2011 en een bedrag aan onverschuldigd betaalde uitkering over de periode van 12 september 2011 tot en met
2 december 2012 is teruggevorderd van € 4.760,60 als een boete van € 550,- is opgelegd op grond van het niet nakomen van de inlichtingenverplichting door appellant (boetebesluit). Deze besluiten zijn gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 20 juni 2013 (bestreden besluit 1).
WW-recht per 28 november 2011 had moeten beoordelen, wat volgens hem tot een lagere terugvordering zou kunnen leiden.
17 mei 2017 verwoorde standpunt moet worden beoordeeld. Dat luidt als volgt:
25 juni 2012, de dag waarop hij bij [naam uitzendbureau] is gaan werken, dat wat betreft de terugvordering bedoeld is deze te handhaven op het in de eerdere besluiten genoemde bedrag van
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover het beroep tegen de boete ongegrond is verklaard;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 15 december 2015 gegrond en vernietigt dat besluit voor zover het bezwaar tegen het boetebesluit van 11 februari 2013 ongegrond is verklaard;
- herroept het boetebesluit van 11 februari 2013;
- stelt het bedrag van de boete vast op € 281,80 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 15 december 2015;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.980,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 169,- vergoedt.