ECLI:NL:CRVB:2017:3655
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op basis van WIA-uitkering en kostendelersnorm
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellante, die sinds 29 juli 2013 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Diemen heeft op 14 april 2015 besloten dat de kostendelersnorm van toepassing is, omdat appellante samenwoont met haar meerderjarige zoon. Dit leidde tot een verlaging van haar bijstandsuitkering. Appellante ontving daarnaast een WIA-uitkering die vanaf 1 juli 2015 hoger was dan de voor haar geldende bijstandsnorm. Het college heeft de bijstand per 1 juli 2015 ingetrokken, omdat appellante voldoende middelen had door haar WIA-uitkering.
De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen deze intrekking ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de kostendelersnorm niet van toepassing zou moeten zijn, omdat haar zoon geen inkomen heeft. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college rechtens onaantastbaar heeft beslist over de kostendelersnorm in het besluit van 10 juni 2015, waartegen appellante geen rechtsmiddel heeft ingesteld. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de WIA-uitkering hoger is dan de bijstandsnorm en dat de bijstand terecht is ingetrokken. Het hoger beroep van appellante wordt verworpen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met W.F. Claessens als voorzitter en A. Stehouwer en J.L. Boxum als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2017.