ECLI:NL:CRVB:2017:3652
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvraag op basis van financiële situatie en leningen
In deze zaak heeft appellante op 10 augustus 2015 een aanvraag voor bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend, met als gewenste ingangsdatum 7 mei 2015. Appellante heeft aangegeven dat haar bedrijf op last van de burgemeester gesloten is. Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen heeft de aanvraag op 16 oktober 2015 afgewezen, omdat het ontvangen bedrag van € 2.503,05 meer was dan de geldende bijstandsnorm. Appellante heeft bezwaar gemaakt en aanvullende bankafschriften overgelegd, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Limburg heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de financiële situatie van appellante essentieel is voor de beoordeling van haar recht op bijstand. De Raad oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in de relevante periode in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De ontvangen bedragen zijn geen leningen voor levensonderhoud, maar zijn bedoeld voor de betaling van vaste lasten van haar bedrijf. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af, omdat appellante geen gronden heeft aangevoerd die de afwijzing van de bijstandsaanvraag kunnen onderbouwen.
De uitspraak is gedaan door A. Stehouwer, in tegenwoordigheid van J.M.M. van Dalen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2017.