Uitspraak
9 oktober 2015, 14/8449 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder het bestreden besluit van het college vernietigd en bepaald dat betrokkene recht had op maatschappelijke opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college had de aanvraag van betrokkene om opvang afgewezen, met de stelling dat betrokkene geen recht had op voorzieningen op basis van de Vreemdelingenwet 2000. De Raad heeft overwogen dat de opvang in een Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) een voorliggende voorziening is die de noodzaak van Wmo-opvang wegneemt. De Raad concludeert dat het college terecht heeft gesteld dat de noodzaak voor opvang op grond van de Wmo ontbrak, en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd moet worden. De Raad verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.