Uitspraak
OVERWEGINGEN
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat voor de vaststelling van de hoogte van het smartengeld moet worden uitgegaan van een arbeidsongeschiktheid van 18,17%. Daarom heeft zij de besluiten 1 en 2 vernietigd en de korpschef opgedragen een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen.
5.4. De korpschef hanteert onder bepaalde omstandigheden in plaats van de in artikel 5, tweede lid, van de Regeling voorgeschreven maximale termijn van drie jaar een termijn van vijf jaar als uiterste tijdstip van vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Deze door de korpschef als vaste gedragslijn aangemerkte handelwijze is gebaseerd op
BESLISSING
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt de besluiten van 6 april 2016, 4 november 2016
- draagt de korpschef op een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming
- veroordeelt de korpschef in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag
- bepaalt dat de korpschef aan appellant het griffierecht vergoedt tot een bedrag van € 250,-.