Uitspraak
18 september 2015, 14/7650 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Betrokkene, een vreemdeling, had bezwaar gemaakt tegen de voorwaarden waaronder opvang werd geboden in twee locaties in Amsterdam. Het college had de aanvraag afgewezen, en de rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard, maar het college ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat de opvang in een Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) een voorliggende voorziening is die de noodzaak voor Wmo-opvang wegneemt. De Raad bevestigde dat betrokkene geen recht had op Wmo-opvang, omdat hij gebruik kon maken van de opvang in de VBL. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze oordeelde dat niet was beslist op het bezwaar van betrokkene en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. Tevens werd het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak benadrukt de rol van de VBL als voldoende voorziening voor vreemdelingen en de toepassing van het koppelingsbeginsel uit de Vreemdelingenwet 2000. De Raad concludeerde dat de eerdere beslissing van het college om geen opvang te bieden op basis van de Wmo terecht was, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in proceskosten.