Uitspraak
dr. E.M.H. van den Doel heeft op 8 juni 2016 een rapport uitgebracht. Appellante heeft een reactie op dit rapport ingezonden van neurochirurg dr. L. de Cocker en in een uitvoerige reactie haar visie op het rapport van Van den Doel gegeven. Van den Doel heeft gereageerd op de brief van De Cocker en het Uwv op de reactie van appellante.
OVERWEGINGEN
MRI-scan laten maken en hij neemt het standpunt in dat de uitslag van deze MRI-scan een duidelijke objectivering van de sinds 2003 bestaande pijnklachten betekent. Appellante is van mening dat als in 2004 een MRI-scan zou zijn gemaakt, haar klachten geobjectiveerd hadden kunnen worden, zodat zij recht zou hebben op een WAO-uitkering. Appellante heeft ter onderbouwing van haar standpunt verwezen naar brieven van de neurochirurg van 5 oktober 2012 en 1 februari 2014.
9 november 2004 na een inhoudelijke beoordeling. Voor het door de bestuursrechter te hanteren toetsingskader wordt verwezen naar de uitspraak van de Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3191. Voor deze zaak leidt dat tot het volgende.