ECLI:NL:CRVB:2017:3572
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en belastbaarheid van appellant na arbeidsongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is geweest en dat de belastbaarheid van appellant op 12 augustus 2015 overtuigend is gemotiveerd. Appellant, die als chauffeur werkte, raakte op 3 juni 2013 betrokken bij een arbeidsongeval en heeft sindsdien te maken met diverse klachten, waaronder nek-, rug- en schouderklachten, alsook psychische klachten. Na zijn aanvraag voor een WIA-uitkering op 13 maart 2015, heeft het Uwv vastgesteld dat hij per 12 augustus 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en diverse medische rapporten overgelegd, waaronder die van psychologe R. Elting. De rechtbank oordeelde dat het Uwv voldoende gemotiveerd had aangetoond dat de belastbaarheid van appellant niet overschreed in de geselecteerde functies. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het Uwv ten onrechte geen urenbeperking heeft opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat de functie medewerker intern transport niet geschikt voor hem is. De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig onderzoek hebben verricht en dat er geen aanleiding is voor een urenbeperking. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.