ECLI:NL:CRVB:2017:355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opschorting en intrekking van bijstandsrecht op basis van de Wet werk en bijstand
Op 31 januari 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een appellant die sinds 1 januari 1997 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had de bijstand van appellant opgeschort en later ingetrokken, omdat hij niet was verschenen op een oproep voor een gesprek. Appellant betwistte de ontvangst van de oproep en het opschortingsbesluit, maar de Raad oordeelde dat het college aannemelijk had gemaakt dat de brieven op de juiste wijze in de brievenbus van appellant waren bezorgd. De Raad concludeerde dat de termijn tussen de oproep en het opschortingsbesluit niet onredelijk kort was en dat appellant geen eerlijk proces had gekregen. De rechtbank had de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De beslissing werd genomen zonder veroordeling in proceskosten.