Uitspraak
OVERWEGINGEN
27 augustus 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3097, vloeit voort dat eerst sprake is van (voldoende) procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling indien het resultaat, dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van bezwaar of het indienen van (hoger) beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van (voldoende) procesbelang. Verder is het vaste rechtspraak dat het belang van een betrokkene bij een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van een besluit ook kan zijn gelegen in de omstandigheid dat het inhoudelijk oordeel van de Raad kan worden betrokken bij eventuele toekomstige aanvragen voor vergelijkbare zorg, zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 9 februari 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP3990.
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt het college in de reiskosten van appellant tot een bedrag van € 50,84;
- bepaalt dat het college aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,00 vergoedt.