ECLI:NL:CRVB:2017:3433
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van onderzoek naar rechtmatigheid
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die sinds 11 oktober 1996 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen heeft in 2010 een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, wat leidde tot de intrekking van de bijstand per 4 maart 2010 en een terugvordering van € 2.991,99. Deze beslissing werd door de rechtbank Maastricht in 2012 bevestigd, maar in 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak vernietigd, omdat er onvoldoende bewijs was voor een gezamenlijke huishouding van appellante.
Na deze uitspraak heeft het college opnieuw het recht op bijstand van appellante beoordeeld, wat leidde tot een opschorting van de bijstand en een nieuwe intrekking op 17 juli 2014. Appellante heeft in hoger beroep de intrekking en terugvordering aangevochten, maar de Raad oordeelt dat het college bevoegd was om het recht op bijstand opnieuw te onderzoeken. De Raad stelt vast dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door onvoldoende informatie te verstrekken over haar financiële situatie, wat het college in staat stelde om de bijstand in te trekken en de kosten terug te vorderen.
De Raad bevestigt de beslissing van het college en de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellante niet slaagt. De Raad benadrukt dat het college voldoende gelegenheid heeft geboden aan appellante om haar situatie te verduidelijken, maar dat zij hierin niet heeft voldaan. De uitspraak is gedaan op 3 oktober 2017.