Uitspraak
13 januari 2016, 15/3408 (aangevallen uitspraak)
A.M.M. Schalkwijk.
OVERWEGINGEN
8 juni 2015 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Daarbij heeft het Uwv verwezen naar rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 mei 2015 en van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 18 mei 2015.
11 mei 2015, een neuroloog en orthopeed bezocht en is een MRI vervaardigd. De informatie van huisarts en bedrijfsarts, evenals de medische bevindingen uit de jaren vanaf 2005, zijn in het rapport van 11 mei 2015 vermeld en besproken. Ter zitting bij de Raad heeft appellante vermeld dat geen andere medische bevindingen en informatie beschikbaar zijn dan die bij de besluitvorming door het Uwv zijn betrokken. Bij de rechtbank en in hoger beroep heeft appellante geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om nadere stukken in te dienen. Er zijn geen aanwijzingen dat medische informatie ontbreekt. De eigen onderzoeksbevindingen van de verzekeringsartsen en de door appellante ingebrachte informatie is kenbaar betrokken bij de beoordeling van de arbeidsmogelijkheden van appellante. Daargelaten dat appellante het gestelde financiële onvermogen niet heeft onderbouwd, geldt dat uit het arrest Korošec niet volgt dat de rechter uit het oogpunt van equality of arms gehouden zou zijn in een situatie als hier aan de orde, waarin de verzekeringsartsen van het Uwv inzichtelijk de informatie van de behandelend artsen en de bedrijfsarts hebben betrokken, zodat deze door de rechter kan worden getoetst, een medisch deskundige te benoemen.