ECLI:NL:CRVB:2017:3396
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.T. van den Corput
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vergoeding van reiskosten voor gebruik Westerscheldetunnel door militair
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Commandant Koninklijke Marechaussee tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De betrokkene, een militair, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit om de vergoeding van tolgelden voor de Westerscheldetunnel in te trekken. De rechtbank heeft het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en de Commandant KMar veroordeeld tot het vergoeden van een bedrag van € 1.504,80 als afbouwregeling. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de omstandigheden die door de betrokkene zijn aangevoerd geen onbillijkheid van overwegende aard opleveren, zoals bedoeld in artikel 31 van het Verplaatsingskostenbesluit Defensie (VKBD). De Raad stelt vast dat de regelgeving geen ruimte biedt voor vergoeding van tolgelden en dat de betrokkene niet kan terugvallen op een toezegging van de minister. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover deze het beroep tegen het besluit van 26 oktober 2015 gegrond verklaart, maar bevestigt de uitspraak voor het overige. De Raad concludeert dat de minister het verzoek van de betrokkene om toepassing van de hardheidsclausule niet had hoeven honoreren. De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2017.