In deze zaak gaat het om de afwijzing van de aanvraag van appellant voor een gehandicaptenparkeerkaart type bestuurder door het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort. De afwijzing is gebaseerd op een medisch advies van arts H. Schenk, waarin wordt gesteld dat appellant in staat is om zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter te voet af te leggen met gebruik van loophulpmiddelen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Midden-Nederland heeft in een eerdere uitspraak op 17 maart 2016 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat het medisch advies zorgvuldig tot stand was gekomen en voldoende inzichtelijk was. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen sprake was van schending van de vergewisplicht en dat het medisch rapport niet inzichtelijk en zorgvuldig was. De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep echter verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen medisch objectiveerbare gegevens heeft overgelegd die de juistheid van het medisch advies in twijfel trekken. De Raad concludeert dat het college op basis van het medisch advies terecht heeft geoordeeld dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, zoals neergelegd in de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.