Uitspraak
CAK
OVERWEGINGEN
€ 143,98 per maand.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die door zijn zorgverzekeraar Menzis Zorgverzekeraar N.V. als wanbetaler was aangemeld, had bezwaar gemaakt tegen de bestuursrechtelijke premie die hem was opgelegd door het CAK. Het CAK had in een besluit van 25 november 2014 vastgesteld dat de appellant vanaf december 2014 een premie van € 143,98 per maand verschuldigd was. Het bezwaar van de appellant tegen dit besluit werd op 3 maart 2015 niet-ontvankelijk verklaard, wat door de rechtbank Midden-Nederland op 15 juni 2016 werd bevestigd.
De rechtbank oordeelde dat er geen bezwaar en beroep mogelijk was tegen de verschuldigdheid en/of hoogte van de bestuursrechtelijke premie, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. De appellant heeft in hoger beroep de beslissing van de rechtbank bestreden, maar de Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd moest worden. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de beperkingen van de rechtsbescherming in zaken die betrekking hebben op de bestuursrechtelijke premie en de aanmelding als wanbetaler, waarbij de wetgeving geen ruimte biedt voor bezwaar of beroep tegen deze besluiten.