Uitspraak
7 juni 2016, 16/693 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam werd vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand werden gelaten. Appellant, die sinds 1 september 2011 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, was eerder ontheven van de sollicitatieplicht, maar het college had hem op 18 mei 2017 opnieuw ontheven van deze verplichting tot 7 maart 2018. Appellant stelde dat hij door zijn medische beperkingen niet kan werken en dat het advies van het college onzorgvuldig was. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat appellant geen voldoende procesbelang had bij de beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij al ontheven was van de sollicitatieplicht. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het resultaat dat appellant nastreefde niet meer bereikt kon worden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met O.L.H.W.I. Korte als voorzitter, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 augustus 2017.