ECLI:NL:CRVB:2017:3058
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door niet gemelde kickbokactiviteiten
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 19 september 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft na een onderzoek vastgesteld dat appellant niet heeft gemeld dat hij als professioneel kickbokser actief was, wat in strijd is met zijn inlichtingenverplichting. Dit leidde tot de intrekking van zijn bijstand per 10 maart 2012 en de terugvordering van € 23.551,36 over de periode van 10 maart 2012 tot en met 30 april 2014.
De rechtbank Gelderland heeft in een eerdere uitspraak het bestreden besluit van het college gedeeltelijk vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat de intrekking van de bijstand terecht was. De Raad heeft vastgesteld dat appellant zijn activiteiten als kickbokser niet heeft gemeld, ondanks dat deze activiteiten als op geld waardeerbare arbeid kunnen worden gekwalificeerd. De Raad heeft ook geoordeeld dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand, ongeacht of appellant daadwerkelijk inkomsten uit deze activiteiten heeft genoten.
De Raad heeft de argumenten van appellant verworpen, waaronder de stelling dat hij geen inkomsten heeft genoten uit zijn kickboksactiviteiten. De Raad heeft geconcludeerd dat appellant niet heeft aangetoond dat hij recht had op bijstand en dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.