ECLI:NL:CRVB:2017:2959
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- H. Benek
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens ernstig verstoorde arbeidsverhouding en beoordeling van ontslagvergoeding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin haar ontslag door het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd in liquidatie werd bevestigd. Appellante was sinds 1 september 2007 werkzaam als [functie 1] en werd op 15 november 2013 ontheven uit haar functie wegens onvoldoende functioneren. De rechtbank had eerder het besluit van het dagelijks bestuur vernietigd, maar na een escalatie in de arbeidsverhouding werd appellante op 1 mei 2015 ontslagen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er sprake was van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding op het moment van ontslagverlening. Appellante had herhaaldelijk gekozen voor een formele benadering, wat de normalisering van de arbeidsverhouding in de weg stond. De Raad bevestigt dat het dagelijks bestuur op goede gronden het aandeel in de verstoorde verhoudingen heeft vastgesteld op 51 tot 65%. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur bevoegd was om appellante ontslag te verlenen en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank terecht ongegrond is verklaard. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen.