Uitspraak
OVERWEGINGEN
artikel 19ab, eerste en derde lid, van de ZW wordt het percentage van het maatmaninkomen dat de verzekerde kan verdienen, bedoeld in artikel 19aa van de ZW, vastgesteld op basis van een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek en wordt onder arbeid als bedoeld in artikel 19aa van de ZW verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe een verzekerde met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. Voor de beoordelingssystematiek waarmee de verdiencapaciteit na het eerste ziektejaar wordt bepaald, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de huidige uitvoeringssystematiek van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, waarbij aan de hand van geschikte functies wordt vastgesteld of de betrokkene beschikt over resterende verdiencapaciteit (zie de uitspraak van
30 december 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:4920).
21 februari 2015 en 22 mei 2015 dan ook niet de door appellant gewenste betekenis worden toegekend. De verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt gevolgd in zijn in het rapport van
9 november 2015 neergelegde standpunt dat wat wordt beschreven in de brief van
17 maart 2015 van Esens niet meer is dan een vermelding van de klachten van appellant, dat concentratieproblemen niet zijn vastgesteld en dat het denktempo niet duidelijk afwijkend is. De in die brief vermelde verhoogde arousal waarop namens appellant ter zitting is gewezen, wordt alleen genoemd als indertijd aanwezig tijdens de EMDR-sessies en leidt daarom niet tot een ander oordeel.
BESLISSING
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van I.G.A.H. Toma als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 augustus 2017.