ECLI:NL:CRVB:2017:2810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering na verhuizing naar Spanje
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering van appellant, die sinds 16 december 2013 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand. Appellant heeft op 25 januari 2015 aangegeven dat hij sinds 1 januari 2015 in Spanje woont, wat door de gemeente Leiden op 5 februari 2015 is ontvangen. Het college heeft vervolgens op 13 februari 2015 besloten de bijstand met ingang van 1 februari 2015 in te trekken, omdat appellant niet meer woonachtig was in de gemeente Leiden. Appellant heeft de wettelijke inlichtingenverplichting geschonden door zijn verhuizing niet tijdig te melden.
Appellant heeft na zijn terugkeer naar Nederland op 20 maart 2015 een aanvraag voor bijstand ingediend, maar het college heeft deze aanvraag afgewezen voor de periode van 1 januari 2015 tot 20 maart 2015, omdat er geen zeer dringende redenen waren om bijstand eerder toe te kennen. De rechtbank heeft de eerdere besluiten van het college bevestigd, en appellant heeft hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en de terugvordering heeft doorgevoerd, omdat appellant zijn verhuizing niet tijdig heeft gemeld.
De Raad heeft ook overwogen dat appellant geen recht op bijstand kan ontlenen aan artikel 20 van de Grondwet, omdat de wetgever het recht op bijstand heeft geregeld in de Participatiewet. De Raad heeft de aangevallen uitspraken van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen.