ECLI:NL:CRVB:2017:2806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking bijstandsuitkering en inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die de intrekking van zijn bijstandsuitkering had bevestigd. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, maar zijn bijstand werd ingetrokken omdat hij niet had gemeld dat hij niet langer op het uitkeringsadres woonde. Appellant had een huisverbod gekregen, waardoor hij tijdelijk niet op zijn woonadres kon verblijven. De rechtbank oordeelde dat appellant de inlichtingenverplichting had geschonden, maar de Centrale Raad van Beroep kwam tot de conclusie dat de feiten onvoldoende grondslag bieden voor deze conclusie. De Raad oordeelde dat appellant zijn woonadres op het uitkeringsadres had behouden, ondanks het huisverbod, en dat hij niet in gebreke was gebleven in zijn meldingsplicht. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en herstelde het besluit van 1 augustus 2014, waarbij de intrekking van de bijstand werd herroepen. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.