In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant. Appellant had zijn ziekengeld ontvangen na een bedrijfsongeval op 15 januari 2014, maar het Uwv stelde op 5 januari 2015 vast dat hij geen recht meer had op ziekengeld per 15 februari 2015. De rechtbank Oost-Brabant had het bezwaar van appellant ongegrond verklaard, maar appellant was het niet eens met de vaststelling van zijn opleidingsniveau door het Uwv. Hij stelde dat hij niet over een MBO-diploma beschikte en dat zijn CV onjuist was. De Raad heeft vastgesteld dat appellant voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet voldoet aan het vereiste opleidingsniveau van 4, maar eerder aan niveau 2. Hierdoor zijn er onvoldoende functies overgebleven om de mate van arbeidsongeschiktheid te kunnen baseren. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant. De uitspraak benadrukt het belang van correcte informatie over opleidingsniveau in het kader van arbeidsongeschiktheid.