ECLI:NL:CRVB:2017:2777
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vergoeding extra stroomkosten voor uitraasruimte op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. De appellante had een aanvraag ingediend voor vergoeding van extra stroomkosten die zij maakte voor de verwarming van een uitraasruimte, die was toegekend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De uitraasruimte was in 2010/2011 geplaatst en beschikte over elektrische vloerverwarming. De appellante stelde dat de hoge energiekosten het gevolg waren van het gebruik van deze verwarming, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen had de aanvraag afgewezen. Het college stelde dat de Wmo geen financiële tegemoetkoming biedt voor stookkosten, aangezien deze tot de algemeen noodzakelijke bestaanskosten behoren.
De rechtbank had het beroep van de appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de appellante ging in hoger beroep. Tijdens de zitting heeft de appellante geprobeerd aan te tonen dat de hoge kosten het gevolg waren van de elektrische vloerverwarming, maar de Raad oordeelde dat zij niet voldoende bewijs had geleverd. De gegevens die zij overlegde, betroffen een andere woning en gaven geen inzicht in de specifieke kosten van de uitraasruimte. De Raad concludeerde dat de appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de stroomkosten het gevolg waren van de verwarming van de uitraasruimte. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.