ECLI:NL:CRVB:2017:2728
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schending inlichtingenplicht bijstandsverlening en terugvordering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij verzoekers, die bijstand ontvingen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), in verband met een fraudemelding zijn onderzocht op hun recht op bijstand. De verzoekers hebben in de periode van 14 juli 2011 tot en met 31 januari 2012 en van 11 juni 2013 tot en met 28 februari 2014 bijstand ontvangen, maar hebben geen melding gemaakt van hun verkoopactiviteiten op Marktplaats.nl. Het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordoost heeft naar aanleiding van een onderzoek besloten de bijstand in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. De rechtbank heeft de beroepen van verzoekers tegen deze besluiten ongegrond verklaard.
In hoger beroep hebben verzoekers aangevoerd dat zij de inlichtingenverplichting niet hebben geschonden, omdat zij geen handelsactiviteiten zouden hebben verricht, maar enkel ruilhandel. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de omvang en regelmaat van de verkoopactiviteiten op Marktplaats niet als incidenteel kunnen worden aangemerkt. De verzoekers hebben niet aangetoond dat zij recht hadden op bijstand, omdat zij geen deugdelijke administratie hebben overgelegd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de schending van de inlichtingenverplichting een grond vormt voor intrekking van de bijstand en dat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht op bijstand zouden hebben gehad indien zij aan hun verplichtingen hadden voldaan.
De voorzieningenrechter heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 18 juli 2017.