ECLI:NL:CRVB:2017:2681
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering van AOR-toekenningen aan aanvragers woonachtig in Indonesië
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Indonesië, een aanvraag ingediend voor toekenningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (AOR). De Pensioen- en Uitkeringsraad, als verweerder, heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het argument dat aanvragers die op het moment van de aanvraag in Indonesië wonen, niet in aanmerking komen voor AOR-toekenningen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, stellende dat er geen juridische grondslag is voor deze uitsluiting. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag niet in overeenstemming is met de AOR, aangezien er geen expliciete voorwaarde is die het wonen in Indonesië uitsluit. De Raad heeft geconcludeerd dat de afwijzing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en heeft het bestreden besluit vernietigd. De Raad heeft verweerder opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, en zijn de kosten van rechtsbijstand aan appellante toegewezen.