ECLI:NL:CRVB:2017:2643
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na tussenuitspraak inzake bijstandsaanvraag en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een afgewezen aanvraag om bijstand door appellant, die in Frans Guyana woont. De Raad had eerder op 28 oktober 2016 een tussenuitspraak gedaan waarin het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam was opgedragen om het gebrek in hun besluit van 24 oktober 2013 te herstellen. Het college heeft vervolgens nieuwe besluiten genomen, maar appellant was het niet eens met de beëindiging van zijn bijstandsuitkering per 4 april 2014 en de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding. De Raad oordeelde dat appellant rechtmatig in Nederland verbleef en dat de afwijzing van zijn bijstandsaanvraag onterecht was. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor immateriële schade. De Raad heeft geoordeeld dat de wettelijke rente over de na te betalen bijstand wel terecht was toegekend, maar dat andere schadeposten niet vergoed hoefden te worden. De uitspraak concludeert met de beslissing dat het college het griffierecht aan appellant moet vergoeden.