ECLI:NL:CRVB:2017:263
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering loonsanctie bekorten door onvoldoende re-integratie-inspanningen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Uwv om de opgelegde loonsanctie te bekorten. Appellante, een werkgever, had een werknemer die sinds 1 december 1997 in dienst was en vanwege knie- en longklachten uitviel. De werkgever had te lang gewacht met het starten van re-integratie via het tweede spoor, wat door het Uwv als onvoldoende werd beoordeeld. Appellante had verzocht om verlenging van de loondoorbetalingsverplichting tot het tweede-spoor-traject was afgerond. De Raad oordeelde dat het Uwv onvoldoende had onderbouwd dat de inspanningen van appellante in de gegeven omstandigheden onvoldoende waren. De Raad concludeerde dat appellante haar verplichtingen had nagekomen en dat de weigering om de loonsanctie te bekorten niet deugdelijk was gemotiveerd. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het besluit van het Uwv werd herroepen, waarbij de periode van loondoorbetaling werd bekort tot 12 november 2012. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de kosten van appellante.