ECLI:NL:CRVB:2017:2502
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm in relatie tot aanverwanten en commerciële huurovereenkomsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Appellante, die sinds 27 december 2007 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet (PW), heeft haar bijstandsuitkering zien verlagen door het college van burgemeester en wethouders van Helmond. Dit gebeurde op basis van de kostendelersnorm, die van toepassing is wanneer meerdere meerderjarige personen in dezelfde woning verblijven. Appellante woont bij haar dochter en haar ex-partner, die ook haar verhuurder is. Het college heeft de bijstand van appellante verlaagd omdat zij deel uitmaakt van een huishouden van drie personen, wat volgens de kostendelersnorm leidt tot een lagere uitkering.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de kostendelersnorm niet op haar van toepassing zou moeten zijn, omdat zij een commerciële relatie heeft met haar verhuurder, die tevens haar ex-partner is. De Raad heeft echter geoordeeld dat de wettelijke uitzondering voor commerciële relaties niet van toepassing is, omdat de verhuurder een aanverwant in de eerste graad is. Dit betekent dat de kostendelersnorm wel degelijk van toepassing is, ongeacht de commerciële huurovereenkomst.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan.