ECLI:NL:CRVB:2017:231
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van het Zorgkantoor om het persoonsgebonden budget lager vast te stellen en terug te vorderen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E.J. Huizinga, had hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. die het persoonsgebonden budget (pgb) voor de jaren 2013 en 2014 lager had vastgesteld en teruggevorderd. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft voldaan aan de verplichting om giraal te betalen aan zijn zorgverlener, wat de Zorgkantoor bevoegd maakte om het pgb te verlagen en het te veel ontvangen bedrag terug te vorderen. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de gebrekkige zorgovereenkomst en de onduidelijke betalingsbewijzen van de appellant. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet aan zijn verplichtingen had voldaan, en de Raad heeft deze conclusie bevestigd. De Raad oordeelde dat het Zorgkantoor in redelijkheid tot zijn belangenafweging heeft kunnen komen en dat de omstandigheden die door de appellant zijn aangevoerd niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.