In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellante, die eerder ziek was gemeld met lichamelijke en psychische klachten, heeft in hoger beroep gesteld dat haar beperkingen zijn toegenomen en dat zij recht heeft op een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 11 januari 2017 behandeld. De Raad oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat er sprake is van toegenomen medische beperkingen die voortkomen uit dezelfde ziekteoorzaak als eerder vastgesteld. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het Uwv terecht heeft geconcludeerd dat appellante geen recht heeft op een WIA-uitkering per de data waarop zij opnieuw ziek is gemeld. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het hoger beroep af.