ECLI:NL:CRVB:2017:2279
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- H. Lagas
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Ontslag van beroepsmilitair wegens ontheffing uit initiële opleiding en ontslagbescherming
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die als beroepsmilitair was aangesteld en ontheven werd uit de initiële opleiding tot mariniers. De appellant, die op 15 april 2013 in dienst trad, viel uit op 23 mei 2013 vanwege medische klachten. Na een geneeskundig onderzoek op 10 april 2014 werd hij vermoedelijk blijvend dienstongeschikt geacht. De minister van Defensie verleende op 17 november 2014 ontslag aan de appellant wegens ontheffing uit de opleiding, maar dit besluit werd ingetrokken omdat de appellant onder behandeling was. Uiteindelijk werd op 22 september 2015 eervol ontslag verleend. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond.
In hoger beroep betoogde de appellant dat er sprake was van een samenloop van arbeidsverzuim wegens ziekte en een medische beperking van inzetbaarheid. Hij stelde dat de ontslagbeschermingstermijn van 24 maanden nog niet was verstreken en dat de minister niet had voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen. De minister daarentegen stelde dat de appellant per 8 april 2015 als dienstgeschikt moest worden beschouwd, waardoor er geen recht op ontslagbescherming meer bestond.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de ontslagbeschermingstermijn van 24 maanden was begonnen op de eerste ziektedag en dat deze termijn ten tijde van het ontslag was verstreken. De Raad concludeerde dat de minister bevoegd was om het ontslag te verlenen en dat er geen sprake was van samenloop van ontslaggronden. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.