Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 990,-;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, werkzaam bij de gemeente Roosendaal, was boventallig verklaard na een reorganisatie waarbij zijn functie kwam te vervallen. Het college van burgemeester en wethouders had besloten dat appellant niet in aanmerking kwam voor een nieuwe functie, wat leidde tot zijn boventalligheid. De rechtbank had het beroep van appellant tegen dit besluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij geen procesbelang zou hebben, aangezien zijn aanstelling per 1 juli 2016 was beëindigd.
De Raad oordeelde echter dat er wel degelijk procesbelang was, omdat appellant schade had geleden door het besluit van het college. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en beoordeelde het beroep inhoudelijk. De Raad concludeerde dat het college in redelijkheid had kunnen besluiten dat appellant niet geschikt was voor de nieuwe functie, op basis van de beoordeling van de selectiecommissie. De Raad oordeelde dat de selectieprocedure zorgvuldig was verlopen en dat appellant niet had aangetoond dat hij aan de functie-eisen voldeed. De Raad verklaarde het beroep van appellant ongegrond en veroordeelde het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 990,-.