Uitspraak
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, werkzaam bij het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG), was in geschil met de stichting over zijn status als ambtenaar. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep van appellant tegen de bestreden beslissing van de stichting, waarin zijn bezwaren tegen eerdere brieven ongegrond werden verklaard. De rechtbank oordeelde dat de stichting niet tot de openbare dienst van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) behoort, en dat appellant daarom geen ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet (AW) is. Appellant stelde in hoger beroep dat de minister van OCW wel degelijk invloed heeft op de stichting, en dat hij daarom als ambtenaar moet worden aangemerkt. De Raad oordeelde echter dat de stichting niet voldoet aan de criteria voor een overheidsorgaan, en dat de beslissingen van de stichting geen publiekrechtelijke grondslag hebben. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.