Uitspraak
.
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoogte van het invaliditeitspensioen van appellant, een gewezen militair. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Minister van Defensie, die het invaliditeitspercentage had vastgesteld op 30% op basis van een peildatum van 1 juni 2012. Appellant stelde dat deze keuze nadelige gevolgen had voor de hoogte van zijn uitkering en dat er sprake was van ernstige feilen in de besluitvorming. De Raad oordeelde dat de keuze voor de peildatum en het vastgestelde percentage niet onredelijk was, en dat appellant geen rechtsmiddelen had aangewend tegen eerdere besluiten die de basis vormden voor de huidige regeling. De Raad bevestigde dat de minister een beleidsmatige keuze had gemaakt die niet als onredelijk kon worden aangemerkt. De rechtbank had eerder het beroep van appellant gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de Raad kwam tot de conclusie dat de rechtbank niet had onderkend dat de besluiten van de minister inmiddels waren gebaseerd op een algemeen verbindend voorschrift, waardoor de eerdere besluiten in rechte vaststonden. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het hoger beroep van appellant af.