ECLI:NL:CRVB:2017:2203
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontslag van ambtenaar wegens onbekwaamheid en impasse in arbeidsrelatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wierden, waarbij haar ontslag werd verleend. Appellante was sinds 10 juni 2002 in dienst bij de gemeente Wierden en meldde zich op 23 september 2014 ziek vanwege psychische klachten door langdurige onderbelasting. Na een assessment door een extern bureau, werd appellante op 23 april 2015 hersteld gemeld. Het college heeft echter geen passende functie voor haar kunnen vinden, wat leidde tot een voorgenomen ontslag per 1 april 2016 wegens onbekwaamheid. Dit besluit werd later herroepen en appellante werd per 1 september 2016 ontslagen vanwege een impasse in de arbeidsverhouding.
De rechtbank Overijssel verklaarde het beroep van appellante tegen het ontslag ongegrond, waarop zij in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college voldoende inspanningen had verricht om appellante te herplaatsen en dat er geen overwegend aandeel van het college was in het ontstaan van de situatie die tot het ontslag leidde. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat er geen zicht meer was op herstel van de samenwerking en dat het ontslag terecht was verleend. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor het toekennen van een extra compensatie aan appellante.