ECLI:NL:CRVB:2017:2026
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluiten inzake bijstandsverlening en terugvordering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had zijn adres gewijzigd zonder dit aan het college van burgemeester en wethouders van Ede te melden. Het college had besluiten tot beëindiging en intrekking van de bijstand naar het oude adres van de appellant gestuurd, wat leidde tot een niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar van de appellant. De Raad oordeelde dat het college niet kon afgaan op mededelingen van derden en dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor het tijdig doorgeven van zijn adreswijziging. De Raad concludeerde dat de bekendmaking van de besluiten op de juiste wijze had plaatsgevonden en dat de termijn voor het indienen van bezwaar was overschreden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van de appellant ongegrond was verklaard. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.