ECLI:NL:CRVB:2017:1960
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning militair invaliditeitspensioen en verband met middelengebruik
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan een appellant die als marinier naar Cambodja was uitgezonden. De appellant had verzocht om een hoger invaliditeitspercentage dan de toegekende 20% vanwege psychische klachten, die hij in verband bracht met zijn middelengebruik, waaronder alcohol en drugs. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen verband was tussen het middelengebruik en de dienst, en deze conclusie werd ondersteund door deskundige prof. dr. R.J. van den Bosch, die de zaak had onderzocht. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het niet aannemelijk was dat het middelengebruik van de appellant diende ter onderdrukking van PTSS-klachten. De Raad volgde de redenering van Van den Bosch en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve deskundige rapportages in zaken van invaliditeitspensioenen voor veteranen.